Samenstelling Bestuur



  • Penningmeester: Mirjam Appelman-Rood


  • Webmaster: Peter Mul


  • Adviseur: Rob Estoppey



    De Stichting is opgericht te Heerhugowaard, op 22 augustus 2005

    Bankrekeningnummer: NL09 RABO 0113 8261 92 t.n.v. Stichting Historisch Heerhugowaard
    Nummer Kamer van Koophandel:37120215


    Historische Vereniging


    Geschiedenis levend houden


    Hoewel de polder al ruim 375 jaar bestaat had Heerhugowaard, in tegenstelling tot omliggende gemeenten, tot voor kort geen historische vereniging. Tot in 2005, toen werd op initiatief van een paar enthousiaste Heerhugowaarders de “Stichting Historisch Heerhugowaard” op gericht.


    Deze stichting heeft als doel het verzamelen, vastleggen en verspreiden van kennis van al datgene wat betrekking heeft op de geschiedenis van Heerhugowaard en haar directe omgeving. De stichting tracht dit doel te verwezenlijken door het uitbrengen van historische uitgaven, het aanleggen, beheren en in stand houden van een verzameling foto's en al hetgeen daar mee verband houdt. Kortom; het levend houden van de lokale historie.


    Inmiddels is gebleken dat er veel waardering bestaat voor het werk van de stichting. Vooral het jaarboek De Overhaal, met artikelen over het verre en jonge verleden van Heerhugowaard, vindt gretig aftrek. De Stichting heeft inmiddels al enkele honderden donateurs. Op deze website vindt u informatie over de activiteiten van de Stichting, het jaarboek "De Overhaal" en natuurlijk hoe en waar u zich als donateur kunt aanmelden

    De geschiedenis van Heerhugowaard in het kort


    Wie het huidige Heerhugowaard kent zal maar moeilijk geloven dat slechts enkele decennia geleden de polder er heel anders

    uitzag. Als inleiding op deze website van de stichting Historisch Heerhugowaard willen we u een beeld geven welke ontwik-

    keling de polder Heerhugowaard heeft meegemaakt. Te beginnen met onderstaand beknopt overzicht van de geschiedenis

    van de polder.


    De polder Heerhugowaard is ontstaan in de Gouden Eeuw. Toentertijd zagen rijke kooplieden en notabelen nieuwe beleggings-

    mogelijkheden in het inpolderen van gebieden in de Kop van Noord-Holland en West-Friesland. Diverse vloedstormen als de

    Marcellusvloed, Matthiasvloed, Sint-Gerons-Storm en Allerheiligenvloed hadden in de 12e en 13e eeuw grote gaten geslagen

    in het Noordhollands veengebied met onder meer de meren Beemster, Schermer, Purmer en de toen nog geheten ‘Groote

    Waert’, ook wel ‘Zuyder Waert’ genoemd. De droogmakerijen van de Beemster en de Purmer leverden de patriciërs uit

    Amsterdam veel geld op. Vruchtbaar land werd uit het water gewonnen en menig rijk man liet er zijn buitenhuis bouwen. Nog immer zijn met name in de Beemster veel van die rijke buitenplaatsen te zien.


    De droogmakerij van de Groote of Zuyder Waert verliep moeizaam. De Alkmaarse regenten namen het voortouw bij het inpolderen van De Waert en de Schermer, met name Nanning van Foreest en Floris van Teylingen. De andere steden, Hoorn en Medemblik eisten echter inspraak. Uiteindelijk zou De Waert in 1631 droogvallen. Regenten en notabelen uit Alkmaar, Amsterdam en Hoorn verdeelden de polder onderling met de bedoeling hier snel winst te maken. Maar dat viel tegen. Terwijl in omliggende polders veel geld werd gemaakt, bleek De Waert, inmiddels Heer Huygen Waert genoemd, een armetierig stukje land. Er wilde niets op groeien, zodat pachters van de landeigenaren de eindjes amper aan elkaar konden breien. Velen redden het niet. Nog geen veertig jaar na de inpoldering gaan stemmen op de hele Waert maar weer onder te laten lopen. Zo ver kwam het niet, maar ook in de 18e eeuw bleef het voor de gewone man, zuchtend onder zware belastingen en amper goede grond om te boeren, een armlastig bestaan.


    De belastingen werden natuurlijk geïnd door het polderbestuur, bestaande uit dijkgraven en de erven van de investeerders uit Alkmaar en Amsterdam. Daar kwam verandering in toen Lodewijk Napoleon namens zijn broer koning werd van de Nederlanden. Er werd een gemeentebestuur ingesteld en menig ongeletterd burgerman nam daar zitting in. De rijke patriciërs werden buitenspel gezet, maar het gevolg was dat de toestand van de polder hard achteruit ging. Pas veertig jaar later, toen de technologische vooruitgang onder meer kunstmest met zich meebracht, konden de boeren in de Waert eindelijk wat verdienen.


    Tot dan toe waren de wegen in de Waert niet meer dan klei- en zandpaden. Behalve dijken die golden als doorgaande wegen, zoals onder meer Den Huygen Dijck, was het tot dan toe niet nodig wegen te verharden. Dat veranderde in 1865, toen de Middenweg, of vroeger Middelwech geheten, werd verhard. Later volgden nog de Hondsweg (huidige Van Veenweg) en de Rustenburgerweg. De polder Heerhugowaard telt dan slechts 141 woningen, nauwelijks 50 meer dan 200 jaar daarvoor. In de laatste 30 jaar van de 19e eeuw veranderde Heerhugowaard van veeteeltpolder naar tuinbouwpolder, wat door de intensiviteit meer arbeiders trok, en dus ook meer nieuwe inwoners.


    De komst van de spoorlijn van Alkmaar naar Den Helder geeft de bevolkingsgroei een flinke duw in de rug. De ligging van het station aan de Broekerweg, dat aan Waardse kant nu Stationsweg heet, zorgde voor meer woningen in wat nu het oude centrumgebied heet, tussen Stationsweg en Van Veenweg. Ook de kleinere kernen ontwikkelen zich, zoals De Noord en ’t Kruis. Het aantal inwoners stijgt van 3000 in 1907 naar bijna 5500 in 1940.


    Na de oorlog, in de wederopbouw, was er veel vraag naar woningbouwgrond. In Nederland heerste grote woningnood. De eerste bouwgolf in de jaren vijftig vond vooral plaats bij de grote steden. De tweede bouwgolf was nodig ‘in het land’, zo vond men in Den Haag. De op zich weinig economisch aantrekkelijke polder Heerhugowaard leek bij uitstek geschikt voor een dergelijke taak. Met name de Nederlandse Spoorwegen en het toenmalige Hoogovens zetten politieke druk en beschikten over veel geld om zowel Rijk, provincie als gemeentebesturen over te halen. De eerste nieuwbouwwijken in Heerhugowaard werden een feit.


    Eind jaren zestig telde Heerhugowaard al 17.000 inwoners. De Heemradenwijk en het eerste deel van de Schilderwijk waren al gebouwd, de Bomenwijk was volop in ontwikkeling. In rap tempo is in de afgelopen 40 jaar vervolgens de helft van de Waert bebouwd. De huidige Stad van de Zon is nagenoeg voltooid. Met de bebouwing van De Draai en De De Broekerhoek is een begin gemaakt. Heerhugowaard telt in 2014) ruim 52,000 inwoners en wil uiteindelijk groeien naar 60.000 inwoners.


    De gemeente is op 1 januari 2022 samengegaan met de gemeente Langedijk. De nieuwe gemeente, Dijk en Waard, omvat op die datum ca. 87.000 inwoners, ca. 59.000 uit de gemeente Heerhugowaard en ca. 28.000 uit de gemeente Langedijk. De verwachting is dat de de nieuwe gemeente nog zal doorgroeien naar ca. 96.000 in het jaar 2050.